Analyse van het werk van beeldhouwster Jenny Reynaert uit Koksijde - Wulpen door:
Ernest Van Buynder, voorzitter van Museum Hedendaagse Kunst Antwerpen (MuHKA)
Naar aanleiding van overzichtstentoonstelling van Jenny Reynaert in “Ten Bogaerde”, Koksijde, 8 september 2007.
Koksijde is een inspirerende plaats voor kunstenaars: ik heb er de ateliers bezocht van George Grard, Fernand Vanderplancke, Jean-Pierre Zinjé en Walter Vilain. Maar ook Jenny Reynaert heeft er een prachtige werkplaats.
In deze korte analyse wil ik u over haar werk gewoon een eigen invalshoek bezorgen: het waarom van mijn appreciatie voor haar werk. Deze kunstenares werkt met een open geest. Zij wil met haar werk zeker geen afstanden scheppen. Nooit heeft zij zich aan een -isme, aan een modetrend bezondigd. Zij is steeds gewoon haar eigen weg gegaan: als keramiste met originele sculpturale keramiek, als driedimensionaal kunstenaar met verrassende bronzen en marmeren beelden.
Jenny Reynaert is geboren te Koksijde in 1941.
Zij ontving haar artistieke opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunsten van Oostende (optie beeldhouwen) van 1985 tot 1995. Zij ontving eervolle vermeldingen en kaapte prijzen weg in kunstwedstrijden. Zij hield vanaf 1992 persoonlijke tentoonstellingen en participeerde aan groepstentoonstellingen. Zij gebruikt als materialen: gebakken klei, steen en brons.
Vooreerst de gebakken klei. Op een persoonlijke wijze heeft Jenny Reynaert zich in de recente evolutie van de sculpturale keramiek artistiek ingewerkt. Vanuit een innerlijke bewogenheid heeft zij haar versie gegeven van de menselijke existentie die als een rode draad door haar oeuvre loopt. Zij is een vrouw van weinig woorden. Bij haar mag je geen theatrale gestes verwachten. In stilte heeft zij de voorbije jaren een oeuvre aangezet, uitgediept en steeds vernieuwd. De grote thema's komen terug: liefde en vriendschap, geborgenheid, groepsverlangen, lichamelijkheid, geluk. De menselijke belevenis staat in haar werk centraal. Zij formuleert artistieke statements die verder reiken dan de Kunst. Bij haar dus geen “l'art pour I'art.”
Persoonlijk zou ik bij analyse van haar werk de klemtoon willen leggen op de "condition humaine", maar vooral de positieve elementen ervan, de vraag naar een dieper gevoelsleven. De titels van sommige werken liegen er niet om: bij de beelden in gebakken klei: Dezelfde verlangens, Uniek paar, Nooit alleen.
Haar werk is een poëtische droom. Het is een innerlijk avontuur van de mens. Maar dit avontuur geeft zij een positieve wending door beelden te creëren die poëzie uitstralen. Beelden ook die de toeschouwer die de tijd neemt te laten aanvoelen dat er zoveel ontbreekt in onze harde wereld vandaag. Want is niet het voornaamste: de liefde. Vele beelden van haar illustreren deze stelling.
Die gevoeligheid wordt verhoogd door het werkproces dat zij volgt. Voor haar keramische beelden gebruikt zij grove klei met chamotte, dit is een klei met zeer hoog smeltpunt. Dit verleent de beelden een andere huid, meer doorleefd.
In de tweede plaats bewerkt zij de steen. Het aftasten van de plastische kwaliteiten van haar materialen heeft zij over circa 20 jaar gespreid. Laten we hier eens natrekken welke materialen zij het liefst gebruikt. Haar liefde gaat vooreerst naar het Belgische graniet of arduin. Het is een harde, blauwgrijze kalksteen uit Soignies. Een typisch werk is Rechtdoor.
Voorbeeldig wat materiaalbehandeling betreft, zijn ook de werken die zij maakte in zachte Finse steen, een soort zeepsteen, en in een Franse kalksteen uit Bourgogne. Een ander geliefkoosd materiaal is trouwens marmer, een dicht, fijnkorrelig kalkgesteente. Het witte doorschijnende Carrarisch marmer is legendarisch door Michelangelo. Carrara-marmer gecombineerd met brons, gebruikt zij in een mooi werk: Kiezen voor elkaar.
Maar ook het zwarte marmer van Mazy, het rosé uit Portugal, het rode Franse marmer van de "Pic de Vissou" in Herault werden door Jenny Reynaert tot beeld omgezet. Uit dat zwarte marmer van Mazy heeft zij een "Ranke Vrouw" gecreëerd.
Er is ten slotte die mysterieuze steen albast, die zachte, schilferige gipssoort, zuiver wit, min of meer doorschijnend. Deze steen heeft niet alleen beeldhouwers maar ook dichters geïnspireerd. Gerrit Kouwenaar, de Nederlandse poëet en vriend van Jan Cox, dichtte - ik citeer - "borsten die nooit bezweet geraken en blank moeten zijn als albast" en de melancholische Nederlandse dichter Slauerhoff schreef "prille maagden, blanker dan albast". Verzen die volledig toepasselijk zijn op het beeldhouwwerk van Jenny Reynaert en die meteen beter dan ikzelf kan verwoorden, de lichamelijke connotatie van haar sculpturen weergeven.
Naast het materiaalgebruik is er de textuur door de elementaire ingrepen: door het contrast tussen de gepolijste en de niet-gepolijste delen. Er is ook het patroon. Jenny Reynaert gaat hier van eenvoudige tot gecompliceerde vormen. Voor haar zijn ook de afmetingen belangrijk. Ook de plaats in de binnen- of openbare ruimte is betekenisvol. Dit zijn allemaal elementen die zij in de loop der jaren beproefd heeft, onder meer door opdrachten zoals een beeldengroep Blij weerzien aan de brug over het kanaal te Wulpen.
Bij haar is er geen zucht naar het nieuwe om het nieuwe, maar wel een voortdurend streven naar verdieping. Haar stenen sculpturen bezitten originaliteit. Deze werken hebben dan ook veeleer betrekking op de vraag naar het wezen van de sculptuur, naar de kern van de artistieke praxis. Waar de keramieke sculpturen meestal een figuratieve basis hebben, is dit bij de stenen sculpturen niet het geval, die zijn meestal abstract.
Een derde materiaal is het brons. Jenny Reynaert heeft in brons een sculpturale vorm ontwikkeld die haar niet alleen in staat stelt een gevoel van ruimte, maar ook van beweging over te brengen. Volg de vorm, de lijnen, de beweging, het evenwicht. Als eenheid van beweging, als complex van elegantie is het geslaagd. Haar bronzen sculpturen zijn als gevoelige gedichten, waaraan je geen letter kunt veranderen.
Het is niet eenvoudig om het oeuvre van een moderne kunstenares als Jenny Reynaert te situeren, want dergelijke verklaringen ontaarden zo gemakkelijk in schijnbare diepzinnigheid of klinkklare onzin. Als het werk dan toch moet worden geduid, meen ik te mogen stellen dat zij als kunstenaar de dingen, de objecten zelf wil scheppen. Het accent ligt hier zowel op "scheppen" als op "objecten". Zij wil het gevoel hebben dat zij iets heeft gemaakt dat voorheen niet bestond. Niet zomaar een nabootsing van een figuur, hoe vaardig ook gedaan, niet zomaar iets decoratiefs, hoe knap ook bedacht, maar iets van diepere betekenis en van een hogere blijvende waarde, iets waarvan zij het gevoel heeft dat het meer is dan de armzalige voorwerpen van ons aardse bestaan.
Zij animeert, zij bezielt als het ware de klei, het brons en de steen. Ik geloof dat het dit intense gevoel voor het unieke van een door magie van mensenhanden gemaakt object is dat de beeldhouwster Jenny Reynaert op ons wil overbrengen.
Natuurlijk situeert zij zich in een traditie: voor het brons in een lijn dit opklimt tot Giacometti, maar ook het kubisme en de abstractie hebben hun invloed uitgeoefend. Zij bewondert fel Henry Moore en de Roemeen Brancusi. Interessant is trouwens waar zij verschillende materialen bij elkaar voegt: brons en arduin; brons, arduin en ijzer; brons en Carraramarmer. Boeiend ook de confrontatie met haar murale werken en met groter werk, dat ik als "work in progress" zou betitelen.
Ik kom tot een conclusie: Jenny Reynaert creëert een boeiend oeuvre op het grensgebied van figuratie en abstractie, met respect voor de traditie, maar met oog voor de vernieuwing. De menselijke existentie doorgronden en er vorm aan geven, is voor haar een noodzakelijke levensbehoefte geworden. Het is goed dat haar kunst nu aan een ruimer publiek in deze prachtige ruimte wordt voorgesteld, in Koksijde waar de kunst centraal staat.
Ernest Van Buynder, voorzitter MuHKA. 8 september 2007.